Van Banning: ‘We hebben heel veel overeenkomsten en daaruit willen we nu de synergievoordelen halen. We geloven beiden in het concept van versmarkten, werken samen met boeren als leveranciers, gaan voor transparantie in de hele keten, streven een hoog kwaliteitsniveau wat betreft het assortiment na en geloven in een mix van retail met horeca.’
Van Banning: ‘Er zijn verschillende categorieën waarbij we gezamenlijk kunnen inkopen. We gaan als Landmarkt niet ineens producten afnemen van telers uit Venlo en omgeving, maar we kunnen wel samen pinda’s en noten uit bijvoorbeeld de USA halen. De inkoop gebeurt dus niet zozeer met regionale producten, maar wel bij vis, kaas, wijn, noten en buitenlandse producten. Daarnaast gaan we profiteren van elkaars kennis. Zo heeft het winkelteam van Beej Benders in onze vestiging aan de Schellingwouderdijk stage gelopen om te kijken hoe wij horeca aanpakken. In die vestiging hebben we een restaurant en een terras en in onze winkel aan de Van Woustraat zijn we onlangs ook gestart met een horecaconcept. We hebben op de winkelvloer een plek vrijgemaakt voor het aanbieden van versbereide broodjes, sappen en salades. Noem het een klein café, waar overigens geen alcohol wordt geschonken. Om ruimte te maken voor zitplaatsen, hebben we een koeling verwijderd.’
Van Banning: ‘Dat is heel goed mogelijk. Niet alleen om te leren, maar zo kom je ook in contact met andere leveranciers en breid je je netwerk uit. En je leert hoe de achterkant van een andere formule in elkaar steekt. Zodoende kijk je ook steeds of er andere exploitatiemodellen mogelijk zijn.’
Benders: ‘Ik heb Thijs benaderd. Landmarkt is in mijn ogen het enige versconcept dat echt rendabel is. De professionaliteit die ik voor ogen heb, zie ik bij Thijs terug.’ Van Banning: ‘Ik was vaak sceptisch, wanneer ik partijen zag die zich profileerden als versmarkt. Bij Geert had ik meteen zoiets van, die pakt het goed aan. Het is iemand met veel ervaring in de retail, met de juiste mensen om zich heen, met een duidelijke visie en - ook niet onbelangrijk - iemand die de financiën goed op orde heeft. Ik weet door onze ervaringen in Apeldoorn, hoe lastig het is om een project rendabel te maken.’
Benders: ‘Ik vind, los van het assortiment, met name de opzet van de visafdeling heel goed. Ook heeft Landmarkt de ICT voor elkaar. Daar gaan we als Beej Benders goed naar kijken. En we nemen ook producten op van het huismerk van Landmarkt, zoals appel- en perensap. Wellicht dat we in de toekomst een gezamenlijk huismerk ontwikkelen. Als we dat doen, hebben we door onze samenwerking ook meer schaal.’
Benders: ‘Thijs heeft gewerkt bij Albert Heijn en ik bij Plus. We willen juist buiten de kaders van die bedrijven opereren, de volledige vrijheid van het ondernemerschap hebben. Het is wel zo dat Plus dit initiatief toejuicht en op de achtergrond met belangstelling meekijkt naar de verrichtingen.’
Van Banning: ‘En Landmarkt kan tegelijkertijd weer leren van de ervaringen van het Beej Benders-team met een supermarktketen als Plus.’
Benders: ‘Vershuys heeft net een fusie achter de rug met Daily Fresh (leverancier van versproducten en convenience maaltijden, red.) en focust zich met name op foodservice en partijen in de horeca. Landmarkt en Beej Benders richten zich gezamenlijk op de particuliere markt.’
Van Banning: ‘We zijn onlangs zelf begonnen met het bezorgen van online bestelde producten in Groot-Amsterdam. Dat doen we op de fiets. Vershuys heeft ons in het proces wel geholpen door het verstrekken van bruikbare informatie over online retail. Dat vind ik persoonlijk veel waardevoller dan bijvoorbeeld het gebruiken van elkaars systemen.’
Van Banning: ‘We gaan niet zoals de grote supermarktketens van de daken schreeuwen hoe goed we wel niet zijn en onszelf op de borst kloppen. Klanten en onze leveranciers moeten voor ons het verhaal gaan vertellen, niet een marketingbureau. Het draait om storytelling, net als blurring een modewoord. De boer die met ons samenwerkt moet vanuit zichzelf aan anderen duidelijk maken dat wij de partij zijn die goed is en een duurzaam karakter heeft. Hoe je dat voor elkaar krijgt? Mijn mensen gaan bijvoorbeeld ieder jaar naar de boeren toe om met ze te praten over de producten. Dat zie je niet gebeuren binnen de gecentraliseerde cultuur van de grote supermarktketens.’
Van Banning: ‘Ik weet dat de latente behoefte onder ondernemers groot is, alleen sterven de initiatieven vaak al voordat ze echt zijn gestart. Kijk naar Van Heinde in Den Bosch. Ze probeerden het alleen en de stap blijkt te groot. Dit initiatief kan net dat steuntje in de rug zijn om te slagen. Je moet in ieder geval geen dozenschuiver zijn, maar echt je gezicht willen laten zien. Als dat gebeurt, krijgen we een podium dat uniek is in Nederland.’